Prinsjesdag: Vermogende spaarders gaan meer betalen

21-09-2022

Prinsjesdag: Vermogende spaarders gaan meer betalen

De derde dinsdag van september is voorbij en de bekende Prinsjesdag taferelen waren na 2 jaar corona weer terug van weggeweest. Het kabinet kwam met een redelijk groot pakket om het koopkrachtverlies en de energiecrisis te minderen. Hierdoor worden de klappen voor veel huishoudens beperkt en gaan we volgens de aangekondigde plannen ook iets minder belasting betalen over arbeid. Waar we wel meer belasting over gaan betalen is vermogen. Dat betekent voor veel spaarders niet meteen dat ze meer belasting gaan betalen, behalve als ze redelijk wat spaargeld hebben.

Hogere drempel, stijgend tarief

Spaarders betalen nu nog 31% belasting over de winsten (rente) op spaargeld, maar vanaf volgend jaar gaat dit tarief naar verwachting omhoog tot 34%. Daartegenover staat wel een stijging van de heffingsvrije drempel. In 2022 is deze drempel nog € 50.650, maar zal in 2023 verhoogd worden naar € 57.000. Met fiscaal partner is de drempel in 2023 dan € 114.000. Onder dat bedrag betaal je geen belasting over spaargeld en beleggingen. In het kort betekent dit dat spaarders die boven de drempel uitkomen een iets hogere belasting gaan betalen over de winsten. Met de lopende aanpak van Box 3 zal dit voor veel spaarders minder zijn dan ze eerst betaalden. Beleggers gaan wel naar alle waarschijnlijkheid iets meer betalen.

Box 3 op de schop

De uitspraak van de Hoge Raad over de Box 3 heffing, waarbij het forfaitaire rendement onwettig werd verklaard, heeft ervoor gezorgd dat het kabinet de laatste maanden aardig heeft moeten puzzelen. Vanaf 2026 zullen spaarders en beleggers in Box 3 alleen nog maar belasting betalen over het werkelijke rendement van het vermogen. Ook zal er gekeken worden naar de daadwerkelijke vermogensmix tussen spaargeld en beleggingen. In het forfaitaire rendement werd uitgegaan van een vaste vermogensmix. Tot de nieuwe wetgeving in 2026 ingaat, zal de Belastingdienst blijven rekenen met fictieve rendementen gebaseerd op gemiddelde berekeningen over een jaar. Voor 2021 was dit voor spaargeld 0,01% en de verwachting is dat het voor 2022 -0,01% zal zijn, de eerste keer dat er uitgegaan wordt van een negatieve rente. Door de overbruggingswetgeving en nieuwe Box 3 regels zullen spaarders minder belasting betalen over spaargeld vergeleken met de vorige situatie waarbij uitgegaan werd van een forfaitair rendement dat al jaren hoger lag dan het daadwerkelijke rendement in de markt. 

Alleen bezwaarmakers worden gecompenseerd

Wie bezwaar heeft gemaakt tegen de te hoge spaartaks in Box 3 kan rekenen op compensatie. Iedereen die geen bezwaar heeft gemaakt krijgt daarentegen niets, ook niet als ze jaren lang teveel belasting over spaargeld hebben betaald. Omdat de Belastingdienst jarenlang uitging van een hoger rendement over spaargeld dan in de markt te halen was, hebben sommige mensen jarenlang teveel belasting over spaargeld betaald. Dit zijn bij uitstek mensen met een vermogen boven de heffingsvrije drempel. Het compenseren van bezwaarmakers zal de staatskas € 3,6 miljard kosten. Het compenseren van alle spaarders zou nog vele miljarden extra kosten.