Hoe maak je een goede verdeling tussen sparen en beleggen? Financieel blogger Mr. FOB deelt in dit blog een aantal tips om tot een verhouding tussen beleggen en sparen te komen die bij jouw situatie past. Ook licht hij toe waarom spaargeld aanhouden kan helpen met de emotie uit de fluctuerende aandelenmarkt te halen.
Als je vermogen op wilt bouwen, dan is het belangrijk dat je je geld voor je aan het werk zet. Dat kan door te beleggen, bijvoorbeeld in aandelen. Belangrijk daarbij is dat je niet probeert winnende aandelen te kiezen of het optimale moment van inleggen probeert te timen. Breed gespreid beleggen, zo vroeg mogelijk beginnen met beleggen en je geld zo lang mogelijk belegd laten blijven geven de meeste kans op succes. En hierbij kan het enorm helpen een deel van je geld op een spaarrekening aan te houden. Dat zal ik uitleggen.
Als je gaat beleggen is misschien wel de belangrijkste beslissing die je moet nemen hoe je je inleg verdeelt over de verschillende beleggingsvormen. Dat wordt ook wel je asset allocatie genoemd. Ik kijk hierbij naar de verdeling tussen aandelen en spaargeld.
Om te beginnen is het belangrijk dat je een buffer met spaargeld hebt om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen. Vaak wordt daarbij geadviseerd om zoveel spaargeld achter de hand te houden dat je in geval van nood, zoals bij bijvoorbeeld onverwacht baanverlies, een paar maanden vooruit kunt. Van die buffer kun je dan ook bijvoorbeeld een nieuwe wasmachine kopen als degene die je nu hebt onverwacht de geest geeft.
Vervolgens moet je alleen gaan beleggen met geld dat je langere tijd kunt missen. Vaak wordt hier minimaal 5 tot 10 jaar aangehouden. Aandelen geven op de lange termijn typisch een beduidend hoger rendement (bron: MSCI) dan spaargeld. Maar op de korte termijn kunnen aandelen sterk in waarde fluctueren. Als je precies op het moment dat ze sterk in waarde gedaald zijn genoodzaakt zou zijn ze te verkopen, zou je verlies maken. En dat probeer je natuurlijk te voorkomen.
Emoties zijn de grootste vijand van beleggers. De meeste mensen maken verlies met beleggen omdat ze vanuit emoties handelen. En dat is jammer, want objectief beschouwd is beleggen bij uitstek een manier om vermogen op te bouwen op de langere termijn. Spaargeld toevoegen aan je asset allocatie kan enorm helpen om je emoties de baas te blijven.
Wanneer je al wat langer belegt en een mooie pot hebt opgebouwd, kan het enorm lastig zijn niet je aandelen te verkopen wanneer de beurzen flink aan het dalen zijn. Je ziet je geld voor je neus verdampen en je weet niet wanneer de daling stopt. Dan stil blijven zitten (of beter nog, extra inleggen omdat “aandelen in de uitverkoop zijn”) kan lastig zijn.
Door standaard een deel van je vermogen in spaargeld aan te houden blijf je rustiger wanneer de aandelenbeurzen dalen. De kunst is om precies zoveel geld in spaargeld aan te houden dat je niet meer de neiging hebt te verkopen tijdens dalende beurzen. Na de daling komt tot dusver (en hoogstwaarschijnlijk in de toekomst ook) altijd weer de stijging. En die kan onverwacht en sterk zijn. Die moet je mee zien te pakken, en dat kan vrijwel alleen door tijdens de daling belegd te blijven. Om op de lange termijn rendement te maken met aandelen heb je die stijgingen nodig.
Welk percentage van je beleggingsportefeuille je in spaargeld en in aandelen moet steken is heel persoonlijk. Dat heeft namelijk alles te maken met je zogenaamde risicotolerantie. Heb jij stalen zenuwen waardoor je bij dalende beurzen geen seconde slechter slaapt ook al ben je vol belegd in aandelen? Dan kun je met alleen een spaarbuffer voor noodgevallen toe. Maar in de praktijk heeft vrijwel niemand die stalen zenuwen, vooral niet wanneer je beleggingsportefeuille in de loop van de tijd steeds groter wordt. Dan is een groter deel in spaargeld aanhouden gewenst. Zo’n 30 tot 40% van je portefeuille in spaargeld is daarbij geen uitzondering. Dat doe ik zelf ook. Meer over mijn beleggingsstrategie lees je op mijn eigen blog.
Ook je zogenaamde beleggingshorizon speelt een rol. Dat betekent dat de termijn waarop je je belegde geld nodig hebt voor uitgaven mede bepaalt welk deel je in aandelen en welk deel je in spaargeld aan kunt houden. Als je je geld op de korte termijn (<5 jaar) nodig hebt, dan is beleggen in aandelen meestal te riskant. Hoe langer je beleggingshorizon, hoe meer je in aandelen aan kunt houden. Je hebt dan namelijk de tijd om eventuele dips op aandelenbeurzen uit te zitten voordat je je aandelen moet verkopen.
Spaargeld vormt voor velen een noodzakelijk onderdeel van een gebalanceerde beleggingsportefeuille. En fijn daarbij is dat de rentes de laatste tijd steeds verder aan het stijgen zijn. Zo draagt het stabiele deel van de portefeuille ook steeds meer bij aan het rendement van de portefeuille.
Mr FOB heeft in 2016 Financieel Onafhankelijk Blog opgericht. Daar schrijft hij over zijn reis om financieel onafhankelijk te worden en, als kers op de taart, hoe hij op 49-jarige leeftijd kon stoppen met werken. FOB gaat over (be)sparen, beleggen en alles wat verder nodig is om financieel onafhankelijk te worden en te blijven. Voor Ayvens Bank deelt Mr FOB graag zijn kennis in een serie gastblogs over hoe jij het meeste uit jouw spaargeld kunt halen en de grondslag kunt leggen voor je eigen financiële onafhankelijkheid.